Ondernemersverenigingen en de btw

Het Ondernemersfonds Delft werkt samen met ondernemersverenigingen in de verschillende gebieden van de stad. We krijgen af en toe vragen over hoe deze ondernemersverenigingen om moeten gaan met de btw.

Het Ondernemersfonds Delft betaalt de trekkingsrechten van het gebied uit op basis van de goedgekeurde en betaalde kosten exclusief btw. In dit artikel geven we achtergrondinformatie bij dit onderwerp. De werkgebieden (veelal stichtingen of verenigingen) zijn ondernemer voor de omzetbelasting (btw). Dit kan onder andere worden ontleend aan het besluit van de staatsecretaris van financiën van 25 november 2011, onderdeel 6.3.7 waarin staat opgenomen:
 
"...
Ondernemersverenigingen
Ondernemersverenigingen (zoals winkeliersverenigingen en brancheorganisaties) zijn niet steeds voor al hun activiteiten (waaronder de belangenbehartiging van hun leden) als ondernemer te kwalificeren. Dit kan tot gevolg hebben dat btw die drukt op de aan deze (niet-ondernemers)activiteiten toerekenbare aangeschafte goederen en diensten niet in aftrek kan worden gebracht. Dit terwijl de kosten hiervan in feite (veelal via contributies) worden gedragen door (ook in die kwaliteit handelende) 'leden-ondernemers'. Dit zou ertoe leiden dat samenwerkende, aftrekgerechtigde ondernemers een btw-druk ervaren die zij niet zouden ondervinden als de goederen en diensten rechtstreeks aan hen zouden worden geleverd. Deze vorm van cumulatie acht ik ongewenst. Ik keur daarom op grond van artikel 63 van de AWR het volgende goed.

Goedkeuring
Ik keur onder voorwaarden goed dat ondernemersverenigingen de aan hen in rekening gebrachte btw in aftrek brengen. Ik verbind hieraan de volgende voorwaarden.

Voorwaarden
- De goedkeuring geldt alleen voor verenigingen die de zakelijke belangen van ondernemers behartigen en waarbij uitsluitend ondernemers en/of ondernemersverenigingen zijn aangesloten.
- Alleen die btw komt voor aftrek in aanmerking die niet toerekenbaar is aan prestaties waarvoor de vereniging kwalificeert als ondernemer (belast dan wel vrijgesteld bijvoorbeeld ingevolge artikel 11, eerste lid, onderdeel u, van de Wet OB)19.
- De btw is alleen aftrekbaar indien en voor zover de kosten voor de hieraan toerekenbare goederen en diensten feitelijk worden gedragen door de aangesloten ondernemers.
- De aangesloten ondernemers zouden de btw in aftrek kunnen brengen als de goederen en diensten rechtstreeks aan hen geleverd zouden worden. De vereniging dient dit (zowel het recht op aftrek als de groep van ondernemers die het betreft) ten genoegen van de inspecteur aan te tonen.

..."
 
Deze tekst komt in essentie overeen met de tekst van de brief van 31 mei 2011 van de Belastingdienst aan het Ondernemersfonds Delft (de brief is als download bij dit artikel gevoegd) waarin in de vierde alinea de positie van de werkgebieden wordt beschreven:
 
"... De omzetbelasting op de kosten voor de activiteiten in het werkgebied kunnen in aftrek gebracht worden volgens de (praktische) wijze waarop de ondernemersvereniging of de aangesloten ondernemers dit altijd doen. Hierbij moet rekening gehouden worden met het aandeel van ondernemers die geen of slechts voor een deel recht op aftrek van voorbelasting hebben. Het feit dat de kosten van de hiervoor genoemde activiteiten niet rechtstreeks door de ondernemersvereniging of door de ondernemers betaald worden maar door het Ondernemersfonds, doet aan het aftrekrecht niet af..."

Conclusie

Ondernemersverenigingen etc zijn ondernemer voor de btw, ze zijn geen belasting verschuldigd over het trekkingsrecht en hebben recht op aftrek van voorbelasting naar rato van de verhouding van (geschatte vrijgestelde) en belastbare omzet van hun leden/ingezetenen.

Het Ondernemersfonds Delft betaalt de trekkingsrechten van het gebied uit op basis van de goedgekeurde en betaalde kosten exclusief btw. Indien door het werkgebied, al dan niet in overleg met Belastingdienst, is bepaald dat een gedeelte van de voorbelasting niet aftrekbaar is, dan wordt de hoogte van de aanvraag verhoogd met de voorbelasting die niet in aftrek kan komen. De aanvraag moet op dit punt duidelijk worden toegelicht; ofschoon het Ondernemersfonds Delft op zich geen belanghebbende is bij dit vraagstuk, is het bestuur van het fonds van opvatting dat het de werkgebieden een actieve houding dienen te hebben om btw-lekkage te voorkomen.

In voorkomende gevallen bestaat naar onze mening nog steeds de mogelijkheid dat een van de betrokken ondernemers de aftrekbare voorbelasting via de aangifte omzetbelasting van zijn onderneming verwerkt, de verantwoordelijkheid voor deze praktische gang van zaken ligt bij de betrokken ondernemers.

Overig: in vervolg op de brief van 31 mei 2011 is het Ondernemersfonds Delft met de belastingdienst overeengekomen van de activiteiten van alle bij het fonds betrokken organisaties naar schatting 70% met btw belaste omzet betreft; het fonds trekt dus 70% van de voorbelasting van haar kosten af.